Er zijn genoeg trainingen en boeken te vinden over het geven van feedback, maar materiaal over het ontvangen van feedback is schaars. Dat is vreemd, want je kunt jezelf pas verbeteren als je feedback kunt ontvangen en verwerken. Daarom dit artikel van 10 minuten over het ontvangen van feedback en de 5 belangrijkste valkuilen daarbij.
Feedback als kado
In theorie is feedback een kado: het is concreet en objectief, gaat over je handelen en niet over jou als persoon en je kunt het gebruiken om jezelf te verbeteren. Tot zover de theorie.
In de praktijk lijkt feedback vaak op de goedbedoelde, maar toch niet zo nuttige gebreide trui in de verkeerde maat die je elk jaar van je schoonmoeder krijgt op 5 december: De intenties zijn goed, maar er is geen aansluiting op jouw wensen en belevingswereld. Ofwel: “Wat moet ik hier nou mee?”
Niet teveel hooi op je vork
Sommige mensen kunnen zo uitgebreid feedback geven, dat je aan het einde het gevoel hebt dat je met een hele waslijst bent opgescheept. Het wordt helemaal ingewikkeld als je tegenstrijdige feedback krijgt van meerdere mensen, bijvoorbeeld na een presentatie. De één vindt dan dat je sneller door de dia’s moet gaan, de ander vindt dat je juist langzamer aan moet doen. Wat nu?
De eerste stap in het omgaan met feedback is jezelf realiseren dat je niet alle commentaar en adviezen kunt gebruiken. Ga met maximaal 1 of 2 punten aan de slag, anders moet je je aandacht over zoveel zaken verdelen dat er niets terechtkomt van je voornemens.
Natuurlijk kun je de ander nog steeds bedanken voor de constructieve reactie, ook als je nu niets gaat doen met zijn punten. Vergelijk het maar met een ongewenst, maar goed bedoeld kado: je bedankt de gulle gever, maar houdt in je achterhoofd wie je er zelf blij mee zou kunnen maken.
Vijf valkuilen
Je kunt dus zelf bepalen welke feedback je meeneemt en welke je links laat liggen. Daar zit ook weer een risico aan vast, namelijk dat je niet aan die zaken gaat werken waar je het meeste aan zou hebben.
Je moet dus slim omgaan met het kiezen van de punten waarmee je aan de slag gaat. Pas daarbij op voor de volgende vijf valkuilen:
1. Fouten “die je anders nooit maakt”
Ken je die situatie waarbij je feedback krijgt en bij jezelf denkt “Ja, maar in de praktijk maak ik die fout nooit. Dat komt gewoon door deze specifieke situatie.” Gefeliciteerd, dan lijk je op mijzelf en op de studenten die ik onderwijs geef!
Het is heel menselijk om jezelf te overschatten, de gemiddelde automobilist vindt immers ook dat hij veel beter rijdt dan de gemiddelde automobilist. Schuif feedback over deze punten daarom niet te snel terzijde.
Je kunt het ook zo zien: Als het inderdaad maar zo’n klein punt is, dan is het waarschijnlijk gemakkelijk te verbeteren. Waarom zou je dat nu niet doen? Pluk dit laaghangend fruit.
2. Het stokpaard van de ander
Je kunt ook te enthousiast aan de slag gaan met feedback, zeker als je nog niet veel ervaring hebt in datgene waar je commentaar op krijgt.
In de medische wereld staat specialisatie (heel veel weten over een klein gebied) hoger aangeschreven dan generalisme (iets weten over een heel groot gebied). Als je feedback krijgt van iemand die hooggespecialiseerd is, sta je voor de keuze om de diepte in te gaan of om de breedte vast te houden.
Maak die keuze bewust!
Het kan allebei een goede weg zijn, maar denk er in ieder geval over na voordat je straks ongewild het stokpaardje van de ander berijdt.
3. Feedback die je al jaren hoort
Het is een van de meestgehoorde reacties als ervaren mensen feedback krijgen: “Ja, dat hoor ik al jaren!” Vrij vertaald: “Ja, dat hoor ik al jaren, maar ik heb nooit echt de moeite genomen om er iets aan te veranderen.”
Als je vaker dezelfde feedback krijgt, valt andere mensen blijkbaar steeds hetzelfde op aan je gedrag. Kennelijk ligt hier een verbeterpunt dat ervoor kan zorgen dat je professioneler, beter, prettiger overkomt op de mensen om je heen.
Dit is weer een situatie van laaghangend fruit, maak dus goed gebruik van het terugkerend commentaar dat je krijg. Je doet er jezelf een plezier mee.
4. Irritante feedback
Soms lijkt het een variant van de Wet van Murphy: Als je een kritische patiënt hebt, voor wie je net wat harder loopt, dan is dat vaak degene bij wie je een keer een fout maakt.
Iets soortgelijks geldt voor feedback. Kritische reacties op dingen waarvan je absoluut niet wilt dat ze fout gaan, zijn heel irritant. Zeg maar eens tegen je leidinggevende dat je het jammer vindt dat er de laatste tijd zoveel afstand is gekomen tussen management en werkvloer. Geen enkele leidinggevende vindt het fijn om daarop te worden aangesproken!
Dat komt niet door het bericht zelf, maar doordat je wordt aangesproken op iets waarvan je juist wilt dat het vlekkeloos verloopt. Merk je dus dat je weerstand krijgt bij bepaalde feedback, ga dan eens bij jezelf na of dat komt doordat het hier gaat over iets dat je zelf belangrijk vindt. Dat is in ieder geval een stuk constructiever dan negeren, weglachen of de dooddoener “Maar we werken er al zo hard aan!”
5. Feedback als brandstof voor perfectionisme
Voor perfectionisten heeft feedback nog een extra risico, het kan namelijk je perfectionisme aanwakkeren. Dat gebeurt op het moment dat je uit alle feedback datgene oppikt wat nu als rapportcijfer een 9 heeft om het te verbeteren naar een 10, terwijl je met evenveel moeite een 5 zou kunnen verbeteren naar een 7.
Feedback is dan het excuus om te werken aan datgene wat je juist al heel goed kunt, om niet bezig te hoeven zijn met de dingen waarin je veel meer zou kunnen groeien als je ze aandacht zou geven. Weeg dus, ook als perfectionist, de waarde van je verbeterplannen eerlijk af.
Tenslotte
We hebben als mensen allemaal een haat-liefde-verhouding met feedback. Het kan ons helpen om onszelf te verbeteren, maar het is vaak helemaal niet zo leuk om te horen. Laat het een troost zijn dat we niet alleen zijn in dat gevoel, zoals blijkt uit dit citaat van een groot staatsman:
I love to learn, but I hate to be told – Winston Churchill